Zó bepalen we de moeilijkheidsgraad van onze taalpuzzels

Of je nou al heel lang fan bent of pas net komt kijken: een puzzelniveau doet ertoe. Enerzijds om je buurman een beetje te imponeren (‘ach, zo ben ik ook begonnen’), anderzijds om het vertrouwen in jezelf een beetje te behouden. Elke keer je puzzelboekje uit het raam gooien, is ook weer zowat.

Omdat de ene bok de ander niet is (geen paniek, dit snap je aan het eind van het artikel) leggen we je alles uit over de moeilijkheidsgraad van vier taalpuzzels.

Vier componenten

Zoals gezegd nemen we de verschillende niveaus van vier taalpuzzels onder de loep: de filippine, woordzoeker, kruiswoord en de Zweedse. In tegenstelling tot wat je wellicht zou denken, wordt de moeilijkheidsgraad van deze puzzels niet bepaald door de mensen op de redactie, maar door vier andere componenten. We zetten ze voor je op een rijtje. 
 

1.Het diagram

Hier kunnen we vrij kort over zijn. Hoe groter een puzzel, hoe moeilijker. Dus hoe meer rijen, hoe… Oké, excuus. Laten we het niet ingewikkelder maken dan het is.

 

2. De varianten

Zoals je eerder al hebt gelezen, bestaan er van verschillende puzzels een aantal varianten. De sudoku kent er wel achttien bijvoorbeeld (leg díe maar eens even op de koffietafel als de buurman langskomt), maar dat is geen taalpuzzel, dus die laten we even voor wat het is. Een Zweedse puzzel is dat wel, en ook die komt in vele vörmen, måten en niveaus. Varianten maken de 'standaard' kruiswoord of woordzoeker vaak moeilijker omdat er structuren en patronen aan worden toegevoegd.

Zo is het bijvoorbeeld lastiger om een klinkerloze Zweedse of kruiswoordpuzzel op te lossen, dan een variant met volledig uitgeschreven woorden. Bij woordzoekers kun je denken aan een ‘om het hoekje’. 
 

3. Omschrijvingstype 

Dit component borduurt een beetje voort op het hierboven genoemde punt van de varianten. Neem een filippine. Ook deze taalpuzzel kent verschillende varianten - acht, om precies te zijn - waarbij de uitdaging (mooi omgedacht) zit in het omschrijvingstype. Vanuit een ‘cryptostijl’ ontcijferen wat er van je gevraagd wordt, is immers ingewikkelder dan ‘gewoon’ lezen wat er staat.

Daarom vind je in dit 2-3*-puzzelboekje bijvoorbeeld het omschrijvingstype Categorie, Kronkel, Mix, Quiz en Thema en zijn daar in het 4-5* Expert-puzzelboekje de types Klinkerloos en Woordsom aan toegevoegd.

Omdat we graag met je meedenken, staat in elk filippine-puzzelboek vermeld welke omschrijvingstypes erin te vinden zijn. Zo kun jij voordat je je erin verliest, ontdekken of het wel je type is - qua puzzel dan.

4. Woordkeuze

Om jullie oneindige puzzelhonger te kunnen blijven stillen, hebben we bij Denksport een enorme woordendatabase. Oneindig is hij niet - regelmatig aangevuld wordt hij wel. Hiermee maken we puzzels moeilijker - of makkelijker. Moet voor ons ook leuk blijven tenslotte.

Hoe het werkt? Neem de vraag ‘Wat is een bok?’ Daarop zijn drie antwoorden op drie niveaus mogelijk. Ja? Ja. Kijk maar.

Een bok is…
1. Een geit (niveau start)

2. Een gymtoestel (niveau gemiddeld)

3. Een plek van een koetsier (niveau lastig). 

Eén woord, drie betekenissen. Je hoeft geen expert in kansberekening te zijn om te snappen dat dat om een immense database vraagt. Tegelijkertijd is het ook zo dat het niveau van de woorden binnen kruiswoord, Zweeds en doorlopers hetzelfde is. Alleen de vórm waarin de puzzel gegoten wordt, is anders - zie punt 2.
 

Proefpuzzel 

Het lijkt misschien ingewikkeld, maar gelukkig kun je altijd op ons rekenen - ook zonder wiskunde. Op deze pagina vind je een aantal proefpuzzels waarmee je ontdekt welk niveau het beste bij je past. Ook vertellen we je daar alles over de verschillende sterrenniveaus, want als we dat hier ook nog gaan doen, zie jij sterretjes. En dat komt geen enkele puzzelaar van pas natuurlijkm